Vrouwtjeszwijnen leven samen met hun jongen (frislingen) in een groep, de ‘rotte’. De leidzeug, het oudste vrouwtje, bepaalt wanneer de zeugen uit haar rotte bronstig worden. Bij zwijnen noemt men dat ‘berig’. Die berige zeugen trekken mannetjes (keilers) aan. De keilers vechten om een vrouwtje te mogen dekken en kunnen elkaar flink bewerken met hun hoektanden. De gevechten zijn spectaculair om te zien.
Sporen van de raustijd
In het bos kan je allerlei sporen van die oververhitte keilers vinden. Ze klapperen met hun tanden om ze te slijpen, en daarbij ontstaat schuim. Dat schuim smeren ze af aan bomen en struiken. Ook slijpen ze hun tanden aan takken. Als je geluk hebt, hoor je de keilers ‘s nachts schreeuwen tijdens hun gevechten. Het kan er heftig aan toe gaan. Daarom hebben keilers dikke platen onderhuids bindweefsel op hun schouders en flanken, een beetje zoals de bescherming van een rugbyspeler, daardoor blijven wonden oppervlakkig. Toch vallen er soms dodelijke slachtoffers.
Onze beer is inderdaad ook een beetje oververhit aan het worden en wil maar wat graag zijn vrouwtje dekken, alleen is zij het daar nog niet helemaal mee eens. Overal vliegt het schuim je om de oren zo hitsig is hij.
Het filmpje van de wilde zwijnen kun je zien op onderstaande link.
http://vroegevogels.vara.nl/Fragment.202.0.html?&tx_ttnews[tt_news]=366942&cHash=34ee114e45195202c04e56e6709279c9
Met dank aan Gonny i Sverige.
Hej Conny,
BeantwoordenVerwijderenIk zie je blogpost nu pas. Wat leuk geworden!
Nou dat gaat vast wel lukken om kleine biggetjes te kunnen verwachten :-)
Groetjes,
Gonny